‘Meer dan een airshow alleen’
Op 4 en 5 juni, eerste en tweede pinksterdag 2017, kiezen in Oostwold meer dan tien internationale warbirds het Oost-Groninger luchtruim tijdens de negende Oostwold Airshow. Dat is voor de grootste particuliere luchtvaartshow van Nederland een absoluut record. “Maar”, zegt organisator Tom Karst van der Meulen, “er is meer te doen op Oostwold dan alleen maar naar vliegtuigjes kijken.”
Steeds professioneler
De achtste editie van de Oostwold Airshow was in 2015 goed voor zo’n 20.000 bezoekers op het vliegveld en talloze luchtvaartliefhebbers die het gebeuren op grote afstand op de openbare weg volgden. Vergeleken met de eerste versie uit 1999 is daarbij het nodige veranderd, herinnert Van der Meulen zich als de dag van gisteren. “In het voorjaar van 1999 zeiden we dat we iets leuks wilden organiseren op Oostwold. Dat werd dus een airshow die in een paar weken tijd uit de grond werd gestampt en goed was voor zo’n 1.000 bezoekers.” Dat smaakte naar meer, waarna in 2000 en 2002 de zaken groter en professioneler werden aangepakt. Een tweejaarlijkse traditie leek geboren, maar het zou vervolgens tot 2007 duren voordat die draad weer kon werden opgepakt.
Regelgeving
Voor een airshow zijn een display- en een evenementenvergunning vereist. Daaraan voldoen vereist de nodige inspanningen. Van der Meulen: “We beginnen tegenwoordig al een jaar van tevoren, waarna we rond december kijken of de vergunningen op orde zijn en een ‘go’ kan volgen. Bij de eerste drie edities was er nog sprake van een heel lage regeldruk. Ook de edities van 2007, 2009 en 2011 waren qua regelgeving nog relatief eenvoudig. Maar daarna werden ook de lokale vergunningen complexer. Zo moeten we nu een draaiboek hebben met onder meer een evacuatieplan, een calamiteitenplan, wat de toe- en afvoerwegen zijn om maar eens wat te noemen.
In 2011 was er nog sprake van een calamiteitenplan van vijf pagina’s, in 2015 waren dat er achttien en nu zijn het er al 35. Dat hele voortraject vreet overigens tijd. Daardoor zijn we sinds november al twee dagen per week bezig met de voorbereiding, terwijl het mezelf ook ongeveer 1.000 uur kost. En wat dacht je van het schrijven van een verkeerscirculatieplan? Dat kost iemand bijna een week. Als je luchtvaart niet leuk vindt, moet je er dus gewoon niet aan beginnen!”
Teamwerk
“Zonder de inzet van vrijwilligers geen airshow”, weet Van der Meulen. “In 1999 tuigden we de eerste show op met tien man, tegenwoordig hebben we het over 200 vrijwilligers en twintig professionele beveiligers en (nieuw voor 2017) ook een verplichte commandowagen op het terrein waarin alles gecoördineerd kan worden. Die vrijwilligers zijn overigens allemaal afkomstig van de plaatselijke voetbalclub, de (paard)rijvereniging en de dansschool. We sponsoren als organisatie hun clubs en vragen als tegenprestatie een dagje te komen helpen. Dat doen we eigenlijk al vanaf 2007 en het merendeel van de mensen van toen komt nu nog steeds met veel plezier helpen.“
Financiële risico’s
“We proberen een gedeelte van de (aanzienlijke) financiële risico’s af te dekken door marketing, zoals het verhuren van kraampjes en verkopen van banners op de website. Bovendien reserveren we wat er overblijft van een vorige airshow voor de volgende. Zo’n veertig procent van de kosten gaat zitten in zaken als hekken, afzettingen en verzekeringen om maar eens wat te noemen. We betalen voor onze demo’s, die ongeveer zestig procent van ons budget opsouperen. Vergeleken met het buitenland is de 25 euro die wij vragen voor twee dagen, niet echt duur.”
Warbirds
Helaas dit jaar weer geen Messerschmidt Me-109 hoewel die nog steeds met stip op de eerste plaats van het verlanglijstje staat. Van der Meulen: “We hebben zo’n beetje alles op Oostwold voorbij zien komen: P51 Mustangs, de Spitfire Mk V, Mk IX, Mk XI, Mk IV Griffon, Hurricanes, P-40 Warhawks, en niet te vergeten de zeldzame Curtiss Hawk 75 die in 2017 voor het eerst komt. Maar er heeft sinds 1945 geen Me-109 meer in Nederland gevlogen. Helaas is het handjevol dat nu nog vliegt, tamelijk vaak kapot”.
Maar de in Spanje gebouwde HA-1112-M1L ‘Buchon’ is daarbij geen optie voor Van der Meulen: “Want een echte Me-109 heeft een Daimler-Benz DB 605A-1-motor en dat geluid herken je uit duizenden. Maar die Spaanse Buchon heeft een Rolls-Royce Merlin voor het brandschot en dan denk je dat er een Spitfire aankomt. Dat klopt gewoon niet. Vergelijk dat maar een Lambourgini waarin ze een Volkswagen Kever-motor hebben ingebouwd. Begrijp me goed: alles wat hier komt, moet historisch gezien authentiek zijn.”
Interactie
Interactie met het publiek is een van de belangrijkste ingrediënten binnen de succesformule van ‘Oostwold’, weet Van der Meulen: “Om aan deze airshow te mogen deelnemen, moeten de vliegtuigen daarom hier kunnen landen en opstijgen. Op die manier bied je de bezoekers de kans echt alles mee te maken. Op veel andere airshows staan de vliegtuigen soms mijlenver van het publiek en speelt alles zich daardoor op grote afstand af.
Doordat op Oostwold de vliegtuigen dicht bij het publiek staan, worden de bezoekers deelgenoot. Want ze horen, zien en ruiken echt alles. Bovendien zien ze hoe de piloten in hun toestellen geholpen worden, ze maken het starten van de motoren mee, het wegtaxiën, het oplijnen en de take-off. En na de demo het omgekeerde, waarna de piloten een praatje met het publiek kunnen maken. Prachtig toch? Bovendien wisselen we het programma dynamisch af: een snelle fighter gevolgd door een demo met een trage Tiger Moth. Dat boeit het publiek enorm.”
Luchtafweergeschut
Over mensen die onbetaald op afstand de vorige edities van de airshow meemaakten, oordeelt van der Meulen mild: “Ik hoop echt dat ze genoten van die show, maar hoop toch dat ze bij zichzelf gaan nadenken om tijdens de 2017-editie maar een kaartje te kopen. Want dan maken ze het echt mee. Bovendien hebben we op het terrein een simulator, een klimwand, re-enactors en zelfs een Canadees Bofors 40 mm-luchtafweerkanon dat afkomstig is uit het ‘Museum Collection 39-45’ uit Noord Holland. We kennen dan ook geen stille momenten. Bovendien ben je voor een concert van Marco Borsato niet alleen beduidend meer kwijt, maar sta je ook nog eens sneller weer buiten…”
Uit ‘Piloot en Vliegtuig – april 2017’
Kijk voor meer luchtvaartnieuws op: pilootenvliegtuig.nl